Fluweel of velours, en hoe zit dat met de vleug
Velours of fluweel? Deze woorden worden door veel mensen door elkaar gebruikt, maar klopt dat? Of zijn het toch verschillende stoffen? En hoe zit het nou met de vleug?
WAT IS FLUWEEL
Fluweel is een glanzende, zachte stof met een luxe uitstraling. Maar eigenlijk is het gewoon katoen of, in de dure variant: zijde. De katoen of zijde wordt geweven met korte, opstaande lusjes.
EN VELOURS?
Als de lusjes worden doorgesneden of -geschoren is het velours (zeg: veloer). De doorgesneden lusjes worden ook wel haartjes genoemd. De lusjes of haartjes voelen aan als pluizige polen en zorgen voor die zachte, glanzende stof.
Velours bestaat in twee varianten: streekvelours en staand velours. Streekvelours heeft meer weg van fluweel, omdat de haartjes in één richting liggen. Velours is zwaarder dan ‘echte’ fluweel. Ook glanst het minder. Staand velours heeft rechtopstaande haartjes.
Velours is van zwaardere kwaliteit dan fluweel. Daarom wordt het vaker gebruikt in meubelstof en voor gordijnen.
Zoals je ziet verschillen fluweel en velours niet echt van elkaar. Omdat de afwerking iets verschilt kan dat invloed hebben op de uitstraling van je werkstuk. Van stoer vintage tot luxe glanzend.
RIBFLUWEEL
Ribfluweel is een soort velours dat zo gewezen is dat er strepen in de stof ontstaan. Dit heb je in vele varianten. Alle ribbels even breed, allemaal even smal, smal/breed/smal, of hele smalle ribbels. Dat laatste noemen we babyrib.
Andere namen voor ribfluweel:
- corduroy
- tinneroy
- ribcord
- ribbetjesgoed
Er zullen nog wel een aantal andere namen zijn, maar het lijkt vooral streekgebonden welke naam je eraan geeft.
PLUCHE
Pluche is velours, maar dan met langere haartjes. Het wordt vaak gebruikt voor teddyberen en andere knuffels, hoewel er nu steeds vaker gekozen wordt voor velours. Dat is zachter en makkelijker te verwerken.
VLEUG
Als je fluweel , velours, pluche of ribfluweel hebt, dan zit daar een vleug op. De vleug is de kleurverandering die je ziet als je met je hand over de stof strijkt. Voelt de stof glad aan als je in de lengterichting strijkt? Dan zie je meestal een lichtere kleur. Strijk tegen de haartjes in en je hebt een mooiere diepere kleur.
Ook als je de lap voor je houdt kun je vaak zien welke kant donkerder is. Ga voor de spiegel staan om te zien welke vleug jou beter staat.
Let wel op: als je er een jas mee wilt maken, dan moeten de haartjes naar beneden wijzen. Want dan kunnen de regendruppels van de stof afglijden. Andersom blijven de regendruppels tussen de haartjes liggen en drenst je jas sneller door.
OP STOF LEGGEN
Over het algemeen moeten de patroondelen van je kledingstuk in dezelfde stofrichting gelegd worden. Doe je dit niet, dan krijg je kleurverschil.
Maar vindt jij het leuk om een ton-sur-ton jurk (bijna dezelfde kleuren bij elkaar) te maken, met de rok donkerder dan het bovenpand? Dan kan je dat met velours en fluweel dus makkelijk voor elkaar krijgen.
Heb je de kleur van je fluweel gekozen, geef dan op de achterkant aan in welke richting je patroondelen gelegd moeten worden. Ik doe dat meestal met spelden. Andere manieren zijn: met rijgdraad een pijl op de stof “borduren”, of een pijl tekenen met patroonkrijt.
Zelf gebruik ik liever geen patroonkrijt, omdat je dat vaak wegpoetst tijdens het werken met patroondelen.
Meer hulp nodig bij het gebruik van deze bijzondere stof? Kom naar een opleiding of een cursus en je leert de kneepjes precies.